Als je dit nu leest heb je je niets aangetrokken van mijn waarschuwing. Misschien ben jij wel het type wat zich net zoals mij blijft verwonderen over het lichaam. Deze week neem ik je mee naar een ander deel. Mogen jullie nog verzoeknummers hebben , dan hoor ik het graag.

Deel 2 : De schouders

Zoals veel dingen in het lichaam hebben we er hier twee van : schouders. Ze kunnen op allerlei leuke manieren bewegen. Je kunt ze ophalen, optrekken en ze ergens onder zetten. Als je niet van het gezicht kunt aflezen hoe iemand zich voelt dan kun je altijd nog naar de schouders kijken. Als iemand zich heel lang hetzelfde voelt dan lijken de schouders zelfs een vast plekje naar voren te hebben gevonden. Alleen dan helpen schouderklopjes nog om ze van gedachten te veranderen.

Die schouders bewegen wat af. Ze hebben veel bewegingsvrijheid. Probeer die armen maar te zwabberen en zwieberen langs je lichaam en boven je hoofd. Je krijgt er veel energie van.

Het kan ook zijn dat je helemaal niet met je schouders kunt dansen, maar dat er eentje als bevroren lijkt. Of het kan voor komen dat je vergeten bent hoe ze ook alweer naar beneden zouden kunnen. Dankbaar kunnen de handen de schouders zijn dat dankzij hen zij in alle richtingen kunnen bewegen. Die twee werken zoveel samen dat je ook goed aan de handen kunt zien hoe het met je schouders gesteld staat.

Strek maar eens je handen voor je op tafel na je toetje. Probeer de duim en wijsvinger 90 graden ten opzichte van elkaar te brengen. Hoe is dat ? Als je duim het maar lastig vind kan het best zijn dat je al jarenlang met de schouders naar voren gebogen loopt. Of zit, wat best begrijpelijk is omdat je veel dingen moet lezen vanaf je slimme telefoon of met een -net- zo- slimme laptop.

Eigenlijk zouden we net zoals Sherlock in de nieuwe serie ‘Sherlock’ moeten leren whatsappen achter onze rug. Dan staan die schouders ook eens een andere kant op. Zo houden we ook onze smartphone verslaving verborgen.

Niet bij iedereen staan die schouders zo naar voren. Bij yogadocenten of mensen die goed troost kunnen bieden niet. De laatste hebben vaak brede schouders waar je je hoofd op kunt laten rusten.

Laten we het daar maar volgende week over hebben : over het hoofd en waarom deze soms rust nodig heeft.